Waar de wortels je brengen
Waar de wortels je brengen
Over hoe voorouderwerk en wortelen in je eigen vrouwenlijn je richting, rust en diepgang geven. Een reis terug naar waar jij vandaan komt — en naar wat jou draagt.
Het donker groeit. De natuur trekt zich terug. Bladeren vallen op de grond, vogels trekken weg. Wanneer ik door het bos loop, hoor ik… niets. Tot een kraai begint te krassen en opvliegt. En daarna daalt de stilte weer neer.
In die verstilling is de tijdloosheid van de natuur zó voelbaar. Het ven achter mijn huis (ik noem het ‘mijn ven’, hoewel dat natuurlijk helemaal niet waar is) is een plek waar oer zich laat voelen. De bomen weerspiegeld in het water… het lijkt zo gemakkelijk om dan door de lagen van de tijd te zakken. Bijna tastbaar is de Oer — het ven dat ontstaan is na de laatste ijstijd, een poort om door te reizen.

wat we verloren zijn
Door mijn half gesloten oogleden zie ik de mensen van lang, lang geleden lopen. Op doorreis over de Grote Heide naar een volgende nederzetting, of op jacht. Deze gronden, zo oud, zo puur nog. Ondanks de snelweg die op de achtergrond dag en nacht raast. Alles zakt weg door de lagen van de tijd. Een hert schrikt op, een zwijn banjert voorbij. Sommige dingen zijn tijdloos.
In voorbije tijden bestonden de winteravonden uit verhalen rond het vuur. Het leven speelde zich binnen af: gereedschap repareren, meubels vervaardigen. Alles rond het flakkerende licht van het vuur. Het was het moment om verhalen te delen — de lessen, de boodschappen, de levens van de voorouders. Zo werd kennis overgedragen. Zo werden tradities voortgezet. Zo kende je jouw plek, op deze plek, in deze wereld.
wortels doen er toe
Weer terug in het nu. Zo veel is er veranderd, zo veel verloren gegaan. Laat ik het nu niet hebben over hoe dat is gegaan en wat ik daarvan vind (mijn rant op het patriarchaat komt later weer aan de beurt). Laten we het hebben over wat er wél nog is.
Het terugtrekken in de winter is in de meesten van ons nog heel duidelijk voelbaar. Ik zie het bijvoorbeeld in mijn priestess yin-lessen: in de donkere avonden kost het iedereen net wat meer moeite om op hun matje te komen liggen. Nee, liefst gewoon thuis, gordijnen dicht, onder een dekentje. Of lekker vroeg naar bed. Nog daargelaten of dat lukt — Netflix kan ook zeer overtuigend brullen — maar ons systeem vraagt het naar binnen trekken.
Kan je van de winter weer een moment maken van her-inneren? Van verhalen om het vuur? De tijd van terugtrekken nodigt uit tot voorouderwerk en wortelen, het herinneren van wie we zijn en waar we vandaan komen.
Après tout, alles wat wij willen is ons leven LEVEN. Helemaal en volledig. Kun je voelen dat je dit alleen kunt doen wanneer je weet waar je vandaan komt? Alleen als je achterom kunt kijken en hen die jou zijn voorgegaan kunt erkennen. Immers: zonder hen was jij er niet geweest. Dat klinkt evident, maar lees het nog eens.
Zonder. Hen. Was. Jij. Er. Niet. Geweest.

Voorouderlijn als krachtbron
In haar boek “Sacred Bones, Magic Bones” legt Ness Bosch het belang uit van je opnieuw verbinden met je voorouders, die in je botten zitten:
“(…) omdat het belangrijk om ons te verdiepen in de aard van onze botten, in de geschiedenis van wie we zijn. Omdat de realiteit is, dat we niet wéten wie we werkelijk zijn, en dat plaatst ons in een zeer kwetsbare positie in deze maatschappij. Omdat onze identiteit niet van binnenuit wordt opgebouwd (…), maar van buitenaf, met secundaire kwaliteiten die ons verder vreemd zijn.” (p.110, eigen vertaling).
Door voorouderwerk en wortelen in je botten te voelen, opent zich een diepe bron van kracht en richting. We denken dat we de luxe hebben om te vergeten wie ons voor zijn gegaan. Dat we kunnen overleven zonder hen te kennen, zonder hun lessen. En een paar generaties lang leek dat best goed te gaan. Maar zeg jij nu eens: vind jij het er zo goed uitzien in de wereld?
Hebben we echt de luxe om te yolo’en tot we erbij neervallen? Steeds maar vooruit kijken. Vooruit, vooruit, vooruit.
Om te doen alsof de zondvloed na ons komt, alsof ons aardehuis niet in brand staat. Alsof mensen niet steeds vaker tegenover elkaar staan in plaats van naast elkaar. Alsof ze zich niet eenzamer voelen dan ooit. Alsof er niet mensen bij bosjes richting burn-out bewegen — als jij er zelf niet eentje van bent.
Auteur Sharon Blackie laat ons inzien dat juist het wortelen in de aarde — in de plek waar jij leeft — en het herinneren van onze vrouwelijke lijnen, ons veerkracht en richting geeft. Een kracht die generaties overstijgt: de helende, aardende zijnskracht die velen onderweg verloren zijn. Die essentieel voor ons voortbestaan. Onze voorouders waren diep verbonden met de aarde waar zij leefden; voor overleving moesten zij wel. Daar kunnen we uit putten. Dat hebben we te eren.

De terugkeer naar jezelf
Wanneer je bereid bent achterom te kijken naar je moederlijn, leer je meerdere dingen. Ik licht er een paar toe, hoewel er vele zijn, en voor iedereen anders. Ten eerste, dat jij een plek hebt in een lange lijn van vrouwen die jou zijn voorgegaan. Ten tweede, dat jij jouw leven te danken hebt aan de bereidheid van deze mensen om een kind op de wereld te zetten en ten minste dat essentiële eerste uur in leven te houden. Al was het slechts dát wat zij deden, dan nog heeft dat ertoe geleid dat jij hier nu bent.
Tot slot, en dit is niet de minste: dat deze mensen, deze lange rij mensen, hun leven hebben geleid. Een leven dat veelal hard, onverbiddelijk was. Een leven dat zij naar hun beste kunnen hebben geleid. Dat ze niet beter konden dan dat wat het uiteindelijk is geworden. In de dader vaak een slachtoffer zit.
Ik ben het voorbeeld van iemand die weggerend is uit haar nest. Om te overleven. Het was voor mij weggaan, of voor de trein springen. Een groot gedeelte van mijn volwassen leven heb ik geprobeerd een bestaan op te bouwen volledig los van mijn wortels, ver van mijn geboortegrond. Wegkijken, er zo min mogelijk aan denken. En er natuurlijk achter komen dat die wortels… gewoon altijd bij me zijn. Dat ze deel uitmaken van wie ik ben. Het land waar ik vandaan kom, zit in mijn cellen. De weg terug naar die grond, naar die wortels, was de weg terug naar mezelf. En dat is een voort-durende practice.
Begin november zat ik in het Path of the Bones-retreat van Ness Bosch. Ik maakte opnieuw een diepe reis naar mijn voorouders. En hoe meer je reist, hoe dieper het gaat. En dieper. En nog dieper.


Heling begint achter je
Voorouderwerk is geen kattenpis. Reken erop dat het oncomfortabel, pijnlijk, confronterend is. Zo vaak blijken dingen onuitgesproken te zijn. Iets dat generaties lang doorgegeven wordt: pijn, onvermogen, verdriet, geslotenheid. Wonden in de lijn, aangedaan en ondergaan.
Als jij écht wilt helen — als jij echt stappen wilt zetten om er helemaal te zijn — dan kun je er niet omheen dat je te erkennen hebt waar jij vandaan komt. Wat de mensen die jou zijn voorgegaan, hebben gedragen. In hun hart, in hun buik, en op hun kerfstok. Hun wonden en daden, die de generaties die volgden hebben getekend. Als je weigert dit te erkennen, ontken je een gedeelte van jezelf. En zal er dus altijd — wellicht onbewust — energie gaan naar dit in de schaduwen laten verdwijnen.
Onlangs heb ik vrouwen mee op reis genomen in hun vrouwenlijn. Middels een voormoederopstelling hebben we de lijn zichtbaar en tastbaar gemaakt. Hun namen genoemd — en daar voorbij. En ja, dat was inderdaad vaak oncomfortabel, pijnlijk en confronterend. Er was tegenzin, er was verdriet. En dan was daar het diepe inzicht dat heling begint bij het bewust omdraaien naar achteren. Bij het erkennen van de vrouwen die daar staan.
Er hoefde niets. Geen vergeving. Geen dank. Geen excuses. Slechts aankijken. Slechts dát.
En vanuit die bereidheid voelen waar de ruimte wél zit. Dan bleken er vragen gesteld te kunnen worden die al zolang gesteld wilden worden. Soms kwam er antwoord. Soms was daar de ontmoeting met een moeder, vele generaties terug, die wél liefde kon tonen. Die jou het beste gunt. Die jou toejuicht. Die jou precies die woorden geeft waar je al die tijd naar verlangde.
Waar het schuurt ligt de weg
Ik zal je altijd uitnodigen om op zoek te gaan naar waar het wringt, waar het schuurt, waar het pijn doet. Omdat daar iets roept om geleefd, herinnerd, geheeld te worden. Om dat aan te kijken. Ook als dat te vinden is voorbij de sluiers van dit leven. Diep duiken. En vinden waar de leegte zit. De stukken tegenkomen waarvan je niet wist dat je het kwijtgeraakt was.
Zo word jij — stap voor bereidwillige stap — een beetje voller. Een stukje ingekleurd. Een stukje meer op haar plek. Deze plek. In dit leven. In deze wereld.
Ik neem je nooit ergens mee naartoe waar ik niet zelf ben geweest. Pak mijn hand. Dan gaan we.

reis je mee ?
BINNENKORT START SHADOW MOON


